Overslaan naar inhoud

De Rubiks' cube als leerkuil

Vlak voor de zomervakantie had ik een gesprek met een jongen van 9 die ik begeleid. Hij heeft kenmerken van hoogbegaafdheid en school heeft hem naar mij verwezen. De lesstof is niet uitdagend voor hem, maar hij gaat gelukkig nog wel met plezier naar school. Vanwege zijn vriendjes.

Samen kijken we nu hoe we het onderwijs zelf óók weer leuk kunnen maken. Zodat hij ook leert wat leren is, dat dat soms moeilijk is en frustrerend. Maar dat als je volhoudt, hulp vraagt en oefent… dat je ergens dan toch beter in kan worden. 
Dat je iets wat je niet kon, toch leert kunnen.  

We hebben het er hierover bij hem thuis als mijn oog valt op een kast in de woonkamer.

Bovenop die kast staan een stuk of 13 verschillende Rubiks’ cubes en speedcubes. Hij volgt mijn blik. “Mijn record is 38 seconden”, vertelt hij. 
Mijn respect is groot. Rubiks’ cubes staan op mijn allergie-lijst. Ze fascineren me mateloos, hebben me altijd aangetrokken, maar ik zíe het gewoon niet. Ik kan het niet. Er heeft er vroeger dan ook wel eens een door de kamer gevlogen. Stomme dingen.  

Maar omdat ik het niet kan, vind ik hem dus geweldig, dat hij dat wel kan. Want zo werkt het vaak met intelligentie of talent beoordelen van jezelf. Jij vindt anderen slimmer dan jezelf omdat ze iets, wat jij moeilijk vindt, beter kunnen dan jij. 
(Dat jij dingen beter kan dan zij valt je niet op, want dat jij dat kan is natuurlijk ‘normaal’)

 “Wauw, dat jij dat kan!”, zeg ik vol respect. “Ik heb het vroeger wel geprobeerd, maar ik kan dat gewoon echt niet… Knap hoor!”. “Nou, dat valt wel mee hoor”, zegt hij alsof het de normaalste zaak van de wereld is, “ik heb het gewoon geleerd op YouTube, daar staan allemaal handige filmpjes op. Dat kan jij vast ook wel.”

Op dat moment valt bij mij, na al die jaren, ineens het kwartje. Je hóeft het helemaal niet meteen te zien of te kunnen. Het is iets wat je kan léren. Ik kende natuurlijk de 'Leerkuil', maar had me nooit gerealiseerd dat die kubus voor mij zo'n moment was... Dat het iets was erin waar je in moet investeren en wat je moet oefenen. Dat je hulp kan vragen als je er niet uit komt.  

En zo word je, als je dat wil, steeds beter. Ga je het steeds vaker wèl zien. Waardoor je op een gegeven moment, op de campingstoel voor je tent, een speedcube kan oplossen in minder dan 2 minuten… ("Yeah!")   

Wat deze jongen mij leerde: 

Ik ga niet meer zeggen dat er dingen zijn die ik ‘niet kan’. Ik kan ze gewoon ‘nóg niet’. 

 

(Voor meer informatie over fixed en growth mindset: lees Mindset van Carol Dweck.)

Embrace for impact: De Perimenopauze​